Skip to content

ADHD en aanverwante gedragsstoornissen

ADHD en aanverwante gedragsstoornissen

ADHD is het meest bekende en meest voorkomende gedragsprobleem bij kinderen en jongeren. Hiervoor is een classificatiesysteem gedefinieerd.

 

Psychiatrisch classificatiesysteem DSM-IV (APA,1994) spreekt van ADHD wanneer

A. er meerdere van de onder 1of 2 vermelde factoren aan de orde zijn:

1. Aandachtstekort:

Vergeetachtigheid, moeite met details, spullen kwijtraken, afgeleid raken, van alles tegelijk doen, niet kunnen blijven luisteren, ‘het ene oor in, het andere weer uit’.Ook komt het voor dat iemand sterk gericht is op één ding (‘hyperfocussen’), bijvoorbeeld op het spelen van computerspelletjes. Interessante vakken op school gaan ook beter dan saaie vakken. Ten onrechte wordt hieruit dikwijls afgeleid dat iemand ‘wel kan, als hij maar wil’. Bij adhd is het belangrijk te beseffen dat het hier niet gaat om onwil, maar om onmacht.

 

2. Hyperactiviteit

Altijd een gevoel van onrust, niet stil kunnen zitten, steeds moeten opstaan en rondwandelen, voortdurend friemelen met (iets in) de handen. Met de voeten tikken, altijd maar doorpraten, ellenlange verhalen afsteken waarvan de luisteraar de draad kwijtraakt, gespannen zijn en blijven, moeilijk tot rust komen.

 

3. Impulsiviteit

Meteen dingen doen of zeggen zonder er eerst over na te denken, voor je beurt praten, vreetbuien, gevaarlijk gedrag in het verkeer/op straat, snel relaties aangaan en weer verbreken, geld uitgeven zonder dat het nodig of verantwoord is, voordringen zonder dat je er erg in hebt: allemaal voorbeelden van impulsief gedrag.

B. enkele symptomen voor het zevende jaar aanwezig zijn.
C. symptomen aanwezig zijn op verschillende locaties (bijv. thuis en op school)
D. zich duidelijke beperkingen op het sociale vlak voordoen.
E. symptomen niet terug te voeren zijn op een eerdere psychische stoornis.

 

Indeling in 2 groepen:

  • Attention Deficit Disorder (ADD) groep met overwegend aandachtsproblematiek
  • Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) groep van het gecombineerde type.

 

Overlap en relatie met andere stoornissen

Vaak heeft een kind met ADHD bijkomstige gedragsstoornissen en/of motorische problemen zoals; angst- en leerstoornissen, coördinatie problemen, moeilijkheden met schrijven, depressie, agressie en Syndroom van Gilles de la Tourette.

 

ADHD mechanisme

Dit bestaat uit twee punten te weten, aandacht en motoriek.
In neurologische zin kent ADHD twee aspecten: een stagnatie in de functionele ontwikkeling van neuronale netwerken en een zogenaamde “misrooting” van neuronale circuits.

 

Onderzoekers hebben met een PET scan (Positron Emission Tomography) kunnen aantonen dat de (metabole) activiteit in bepaalde delen van de hersenen van kinderen met ADHD verminderd is. Het onderfunctioneren van de hersenen kan dan de volgende oorzaken hebben 1. verminderde stimulatie of 2. een biochemisch tekort. Het verzamelen en verwerken van prikkels en biochemische problemen kunnen dus debet zijn aan de klachten. Het is allemaal individueel en uniek hierom is het nodig om ook de behandeling individueel af te stemmen.

 

Chiropractische neurologische aanpak

De hersenen zijn een continue veranderende entiteit, die bij stimulatie plasticiteit vertoont hetgeen de basis vormt voor het leerproces. Neurologische chiropractoren zijn getraind om het hypofunctionerend deel van de hersenen dusdanig te stimuleren dat neuronale groei en plasticiteit plaatsvindt. Inter-neuronale netwerken die het reticulaire systeem, de middenhersenen (limbische systeem) en de prefrontale gebieden met elkaar verbinden zijn van belang voor oriëntatie, aandacht, activiteit, emotie, motivatie en planning van gedrag.

 

De belangrijkste neurotransmitters in deze netwerken zijn: dopamine, norepinefrine, serotonine, 5 – hydroxytryptamine en acethylcholine. Een verandering in de balans van deze biogene aminen staat in directe verbinding met een hypo- of hyperactiviteit van een der hersenhelften.

 

De rechterhersenhelft bijvoorbeeld is meer verantwoordelijk voor aandacht, focussen, visuele-spatiale oriëntatie, begrijpend lezen en sociale non-verbale communicatie. De linkerhersenhelft oefent controle uit op de verbale communicatie. De chiropractor zal de behandeling richten op de hypoactieve hersenhelft door middel van manipulaties, spieractivatie, licht of geluidstherapie, tens, specifieke oogoefeningen, optokinetische tape, hemiveld stimulatie of andere visueel motorische oefeningen.

 

Frequente stimulatie gedurende korte tijd is nodig voor een snelle rehabilitatie. Onderzoek heeft aangetoond dat deze activatie van de hersenen de functie verbetert en zodoende de resultaten van langdurige aard zijn (plastisch).

 

Communicatie met ouders, leerkrachten en andere hulpverleners is hierbij van essentieel belang. Naast het fysieke neurologische onderzoek moet ook gekeken worden naar de chemische( voeding ) en emotionele kanten van het lichaam. Om een beeld hiervan te krijgen kan het kind gevraagd worden om zijn familie te tekenen of hoe hij of zij zichzelf voelt.

 

Tevens kan gevraagd worden naar het eetpatroon en de eetgewoonten. Voeding heeft een belangrijk effect op de biochemie van de cel. Kinderen kunnen overgevoelig zijn voor bepaalde voedingsstoffen of additieven. Uitgebreide bloed en digestief onderzoek kan een duidelijk beeld van de voeding en de biochemie ervan weergeven.

 

De invloed van allergieën en voedselovergevoeligheden op het gedrag is aangetoond en blijkt van invloed te zijn op de chemie van de hersenen.

 

In geval van tekorten kan gebruik gemaakt worden van supplementen zoals visolie en natuurlijke voedingstoffen als Greens Plus en Juice Plus.